Skip to main content

Ervaringsverhaal van Caroline, Home-Start vrijwilliger

Bij Home-Start, een vrijwilligersproject van Yunio, bieden ervaren en getrainde vrijwilligers ondersteuning, praktische hulp en vriendschap aan ouders die een hulpvraag hebben. Vrijwilliger Caroline Harbers vertelt in een interview over de simpele dingen die een groot verschil maken...

'Niemand is een supermoeder'

Een tienermoeder, een familie die een oorlogsgebied is ontvlucht, een kind dat ’s nachts bijna niet slaapt. Als vrijwilligster bij Home-Start kwam Caroline Harbers al bij acht gezinnen in een moeilijke periode over de vloer. Om te luisteren, een kop koffie te drinken en over de opvoeding te praten. ‘Het klinkt simpel, maar gewoon elke week er zijn maakt een groot verschil.’

Hoe werkt Home-Start?
‘Ik vergelijk het graag met de gesprekken over de opvoeding die ik vroeger voerde met mijn buurvrouw, die iets oudere kinderen had dan ik. Daar heb ik altijd veel aan gehad. Home-Start werkt ongeveer op dezelfde manier. Een vrijwilligster met opvoedervaring wordt gekoppeld aan een gezin met kinderen tot en met 14 jaar dat het moeilijk heeft. Elke week ga je zo’n anderhalf uur langs en praat je over de opvoeding. Je bent geen professional die komt vertellen hoe het moet, maar een gelijkwaardige mede-ouder.’

Bij wat voor gezinnen kom je terecht?
‘Elk gezin heeft weer een eigen, bijzonder verhaal. De afgelopen jaren heb ik bijvoorbeeld een tienermoeder, een Bosnische familie en een gezin met twee dove ouders leren kennen. Ook het jongetje met autisme zal ik niet snel vergeten. Zijn moeder durfde haar zoontje niet alleen te laten met iemand anders. Op een dag nam ze toch een keer wat tijd voor zichzelf, terwijl ik ondertussen met hem in de tuin speelde. Toen ze terugkwam, moest ze hard huilen. Het was de eerste keer dat ze haar zoontje even had kunnen loslaten. Het had haar zo goed gedaan, zei ze.’

‘Het klinkt simpel, maar gewoon elke week er zijn maakt een groot verschil.’

Wat doe je precies als vrijwilliger? 
‘Het belangrijkste is dat je er elke week bent. Verder is het de bedoeling dat je niet te veel aanpakt, maar gewoon praat en zorgt dat iemand zich wat beter gaat voelen. Dat leer je ook in de cursus die elke vrijwilliger van tevoren volgt. Ouders zitten vaak in een tijdelijke dip vanwege bijvoorbeeld ziekte, werkloosheid of psychische problemen. Zelf merk ik ook dat mijn kinderen vervelend worden als ik niet goed in mijn vel zit. Bij deze gezinnen zie je dat uitvergroot.’

Hoe zorg je dat iemand zich beter gaat voelen?
‘Ik kom nu bijvoorbeeld bij een moeder die het moeilijk vindt om grenzen te stellen. Toen ik laatst zag dat ze dat wel deed, gaf ik haar een complimentje. ‘Lastig hè? Knap dat je niet hebt toegegeven!’ Streng zijn is helemaal niet leuk, maar door zo’n compliment wordt het toch een positieve ervaring. De week daarna vertelde ze trots dat ze niet had toegegeven toen haar dochter weer lang had gezeurd om iets leuks te doen. Dat zelfvertrouwen is heel belangrijk. En het helpt, merkt ze: haar kind gaat minder zeuren.’

Put je veel uit je eigen opvoedervaring? 
‘Als ik zie dat een moeder met een puber in discussie gaat door te schreeuwen, vertel ik dat ik dat soms ook doe, hoe stom dat ook is. ‘Het werkt niet, hè,’ zeggen we dan tegen elkaar. Door Facebook lijkt het soms of alles alleen maar goed gaat met iedereen. Dat maakt het extra lastig om je onzekerheid te delen, terwijl het oplucht om erover te praten en te zien dat niemand een supermoeder of –vader is. Dan verandert het gevoel van ‘ik ben helemaal fout’ naar ‘ik maak weleens fouten en dat is menselijk’.’

Zie je effect van je vrijwilligerswerk? 
‘Na een half jaar of een jaar is er meestal veel veranderd. Je ziet ouders opbloeien. Als het zelfvertrouwen groeit, volgt de opvoeding vanzelf en kunnen mensen weer zelfstandig verder. Dat geeft je als vrijwilliger een heel goed gevoel. Er is ook onderzoek gedaan waaruit blijkt dat Home-Start goed werkt. Ik vind dat het veel vaker zou moeten worden ingezet.’

Door wie dan? 
‘Mensen erkennen niet graag hun problemen en nemen dus ook niet snel contact op met Home-Start. Huisartsen doen dat ook niet vaak. Ze denken niet direct aan vrijwilligerswerk als oplossing, terwijl het veel leed kan voorkomen en ook nog eens heel goedkoop is. Als dat nodig is kan later altijd nog professionele zorg worden geregeld. Ik hoop dat huisartsen, maar ook jeugdverpleegkundigen en onderwijzers, dit interview lezen. Als een moeder in je omgeving aangeeft dat het niet goed gaat, denk dan aan Home-Start!’