Skip to main content

Zindelijk worden

Zindelijk worden is een ingewikkeld proces dat je niet kunt afdwingen of versnellen. Je kunt als ouder je kind niet zindelijk maken. Wat je wel kunt doen is het kind ondersteunen en dit proces zo prettig mogelijk laten verlopen. Op deze pagina beschrijven we de ontwikkeling van het zindelijk worden en geven we tips en adviezen om dit zo goed mogelijk te begeleiden.

Wanneer is een kind er aan toe om zindelijk te worden?
De meeste kinderen tonen hun eerste interesse voor het plassen tussen de 1,5 en 2 jaar. Dat is dan ook meestal de leeftijd om de training te starten; op het juiste moment en de juiste manier. Echter, een peuter ontdekt ook dat hij zelf iemand is met een eigen wil. Dat die eigen wil niet altijd gelijk op gaat met de wensen van de ouders, is een lastige maar gezonde ontwikkeling. Deze fase kan precies samen vallen met het zindelijk worden. Hier kunt u wat betreft het zindelijk worden weinig aan doen. Het heeft geen
enkele zin om de strijd aan te gaan.

Voorwaarden:

U kunt beginnen met de zindelijkheidstraining als u merkt dat uw kind interesse heeft in het zindelijk worden. Neem als ouder de tijd voor deze fase en wees gemotiveerd zodat u op de signalen van uw kind kunt reageren.

Kenmerken die aangeven dat je kind toe is aan zindelijkheidstraining zijn onder andere:

Uw kind:
• Gaat gedrag imiteren.
• Weet wat waar hoort.
• Gaat interesse tonen door u te volgen naar het toilet en wil weten wat u daar doet.
• Begint te voelen dat het moet plassen of poepen.
• Vindt een vieze broek niet fijn.

Hoe lang duurt het om zindelijk te worden?

De duur van de normale zindelijkheidstraining verschilt van kind tot kind. Het kan 3-4 weken duren voordat uw kind grotendeels droog blijft, maar er zijn ook kinderen die er een paar maanden over doen. Veel kinderen zijn een jaar later nog wel eens nat of kunnen een vieze broek hebben.


Stap 1: oefenen met een potje

Laat uw kind spelenderwijs een aantal keer per dag op het potje zitten met luier aan, daarna zonder luier. Het gebruik van een potje in plaats van een toiletbrilverkleiner is aan te raden bij de start van de training; kinderen kunnen er makkelijker zelf op en af komen en een betere houding aannemen. Het potje vinden ze ook vaak minder ‘eng’.

Stap 2: vaste tijden op het potje

Laat uw kind op vaste tijden per dag enkele minuten op het potje zitten zonder luier. Goede momenten zijn: als er signalen zijn, of dat hij aangeeft dat hij nodig moet.
Verder bijvoorbeeld voor en na het slapen, na de maaltijd en bij weggaan of thuiskomen. Hem laten zitten tot hij iets gepresteerd heeft, is sterk af te raden.

Stap 3: wennen aan het toilet

Laat je kind langzaamaan wennen aan het zitten op het toilet. Denk hierbij aan een toiletbrilverkleiner en de zithouding. Juiste houding/manier:
• Voeten ondersteund (eventueel door opstapje)
• Ontspannen zitten (ook jongens) Als jongens staand plassen wordt de blaas niet voldoende geleegd.
• Niet persen met plassen. Een tip hierbij kan zijn hem een fl uitje te geven of zelf te laten fl uiten. Dit leidt de aandacht af om te gaan persen.
• Ga altijd mee naar het toilet.
• Bij het poepen mag ook zonder aandrang actief geperst worden.
• Lukt het, dan positief belonen.
• Sleutelwoorden zijn: ontspanning, rust en regelmaat, niet pushen, geen dwang.

Soms kiezen kinderen een alternatieve plaats om te poepen; achter de bank, in een hoekje van de kamer. Zij hebben dan wel de beheersing over de bekkenbodem- en sluitspieren, maar zijn nog niet in staat om de ontlasting op het potje of de wc te doen. Een eventuele oplossing kan zijn hem de ontlasting in de luier te laten doen terwijl hij op het potje zit. Zo worden langzaamaan (zonder druk) stappen gemaakt.

Stap 4: luier uit

Als je kind overdag goed op het toilet plast, kan de luier overdag uit. Als hij meerdere nachten achter elkaar een droge luier heeft, kan ook ’s nachts de luier uit. Voor het naar bed gaan laten plassen. Bij alle stappen is het positief belonen belangrijk.

Voorbeelden van beloning zijn:
• Een stickertje en bij een vol vel een cadeautje.
• Een zonnetje tekenen bij de dag.
• Samen een spelletje doen, buiten spelen.
• De meeste kinderen zijn met de leeftijd van 2,5-3 jaar overdag droog en met de leeftijd van 3-4 jaar ’s nachts droog.

Hoewel veel kinderen hieraan voldoen, komt het vaak voor dat kinderen zo in hun spel opgaan, dat ze toch te laat zijn voor het plassen op het toilet. Het kan dan verstandig zijn ze bewust te laten plassen voordat ze bijvoorbeeld buiten gaan spelen. Op de leeftijd van 20-30 maanden kunnen de meeste kinderen aangeven dat ze gepoept hebben of moeten poepen.


Algemene adviezen

  • Begin in een rustige periode, dus niet rond verjaardagen of feestdagen.
  • Kinderen moeten het drinken gelijkmatig spreiden over de dag. Drinken ’s avonds wordt niet ontraden.
  • Gebruik thuis, als er tijd voor is, een broekje in plaats van de luier, of een broekje onder de luier, zodat hij kan voelen dat hij nat is. Laat hem regelmatig even zonder luier lopen zodat hij zich bewuster wordt van het plassen.
  • Zet uw kind slechts enkele minuten op het potje. Laten zitten tegen zijn wil heeft geen enkel effect. Probeer geen druk uit te oefenen en maak er geen machtstrijd van. Dit werkt averechts.
  • Zet het potje op een vaste plek, zodat hij zelf naar het potje kan gaan als hij iets voelt.
  • Laat hem meehelpen bij het verschonen (bijvoorbeeld kleding naar de wasmand brengen, zelf schone kleding pakken),
  • Wordt niet boos als het mis gaat, geen druk/straf maar positieve aandacht.
  • Pas de methode consequent elke dag/nacht toe gedurende enkele maanden.
  • Opnemen wanneer uw kind ’s nachts in bed plast kan vanaf ongeveer 4 jaar, alleen als u en uw kind hier allebei voor gemotiveerd zijn. Dit betekent ongeveer 2 tot 3 uur na het inslapen uw kind wakker makenen op het toilet laten plassen. Maak hem niet meer dan 1 keer per nacht wakker. Hij hoeft niet volledig wakker te zijn. Is hij al nat bij het opnemen, vervroeg dan de tijd van het opnemen met 15 minuten, totdat het tijdstip wordt gevonden dat hij nog droog is.

Problemen tijdens de zindelijkheidstraining

Angst
Zindelijk worden heeft te maken met een toenemende controle over het eigen lichaam, maar tegelijkertijd kan er angst ontstaan om de controle te verliezen. Kinderen moeten tijdens het proces van zindelijk worden bewust iets uit hun eigen lichaam willen afstaan: aan hun ouders, in het potje of op het toilet. Vooral het toilet dat de plas en
poep voorgoed laat verdwijnen, kan kinderen angst inboezemen. Probeer hier stapsgewijs mee om te gaan. Laat uw kind bijvoorbeeld met luier aan op het toilet zitten, zodat het langzaam aan het idee van loslaten kan wennen. Laat hem de luier met poep uitschudden in het toilet, of laat hem zelf doortrekken.

Obstipatie
Obstipatie kan ontstaan als gevolg van angst, koppigheid en/of spanning. Het komt regelmatig voor dat kinderen de ontlasting op gaan houden. De ontlasting wordt hard en droog, het kind klaagt over buikpijn en over pijn bij het poepen. Hierdoor kan een neerwaartse spiraal ontstaan omdat hij niet meer durft te poepen, waardoor de obstipatie nog meer toeneemt. Belangrijk is een eetpatroon met voldoende vocht, vezels en vetten. Geweekte pruimen, ontbijtkoek en roosvicee laxo werken laxerend. Ook een goed beweegpatroon voor de leeftijd van het kind is van belang. Sommige kinderen zijn gebaat bij een laxeermiddel om de spiraal te doorbreken. Neem zo nodig contact op met uw jeugdarts of jeugd verpleegkundige voor advies, of neem contact op met de huisarts bij het vermoeden dat de obstipatie te maken heeft met een lichamelijke oorzaak.

Ten slotte: Als je nog vragen hebt, praat er dan over met de verpleegkundige of arts van het consultatiebureau. Vraag naar geschikte literatuur of websites op het consultatiebureau.