Bij het lichamelijk onderzoek wordt extra goed gekeken in de mond in verband met het opkomen van tanden. Ook wordt weer gekeken naar de vorm van het hoofdje (voorkeurshouding), de spreiding van de heupen en kniehoogte (heupafwijking) en wordt gecontroleerd op een eventuele liesbreuk.
Daarnaast wordt een oogonderzoek gedaan. Dit heet het VOV onderzoek: vroegtijdige opsporing visuele stoornissen. Hierbij worden de oogjes één voor één afgedekt, om te zien of je kind goed recht kijkt of juist een neiging tot scheelzien heeft. Daarnaast worden de oogjes uitwendig bekeken en onderzocht op lichtreflexen en volgbewegingen samen en afzonderlijk. Bij scheelzien kan er aanleg zijn voor een lui oog of het oog is al lui. Hoe eerder een 'lui oog' ontdekt wordt, hoe eerder het behandeld kan worden, hoe groter de kans op een maximale gezichtsscherpte.
Bij het lichamelijk onderzoek wordt extra goed gekeken in de mond in verband met het opkomen van tanden. Ook wordt weer gekeken naar de vorm van het hoofdje (voorkeurshouding), de spreiding van de heupen en kniehoogte (heupafwijking) en wordt gecontroleerd op een eventuele liesbreuk.
Daarnaast wordt een oogonderzoek gedaan. Dit heet het VOV onderzoek: vroegtijdige opsporing visuele stoornissen. Hierbij worden de oogjes één voor één afgedekt, om te zien of je kind goed recht kijkt of juist een neiging tot scheelzien heeft. Daarnaast worden de oogjes uitwendig bekeken en onderzocht op lichtreflexen en volgbewegingen samen en afzonderlijk. Bij scheelzien kan er aanleg zijn voor een lui oog of het oog is al lui. Hoe eerder een 'lui oog' ontdekt wordt, hoe eerder het behandeld kan worden, hoe groter de kans op een maximale gezichtsscherpte.